Emigreren heeft ook een andere zijde
Emigreren heeft ook een andere zijde.
Als je boeken leest of films ziet over Nieuw-Zeeland krijg je bijna vanzelf zin om je spullen te pakken en daar naar toe te verhuizen. Het ziet er allemaal zo prachtig uit en de mensen zijn er zo aardig! Je zou bijna vergeten dat je daar ook moet werken voor je geld en dat ook daar problemen zijn en je tegen dingen aanloopt waarvan je denkt: He, dat was in Nederland beter (of mooier of leuker). Dat zijn zaken die wij straks moeten ervaren. Pas na een aantal jaren zullen wij weten of onze keus een goede is geweest, daar kunnen we nu nog niet op vooruit lopen.
Een van de moeilijkste punten van gaan emigreren is echter het feit dat je je familie, vrienden en kennissen, je collega’s en je sportmaatjes achter moet laten. Van ons is dat een bewuste keus geweest, absoluut niet leuk, maar dat is wel de consequentie van je beslissing. Voor de achterblijvers ligt dat natuurlijk heel anders. Die hebben helemaal nergens voor gekozen. Zij krijgen van de ene op de andere dag te horen dat wij in Nieuw-Zeeland willen gaan wonen en daar moeten zij het maar mee zien te rooien. Er zit natuurlijk een beetje een egoïstische kant aan ons hele verhaal; wij weten dat we er andere mensen pijn mee doen, maar we doen het toch. Dat is niet altijd gemakkelijk.
Godzijdank hebben wij mensen in onze naaste omgeving die ons een eigen leven gunnen en ons niet willen claimen of in de weg gaan staan.
Wat niet wegneemt dat het voor onze naasten een hele schok was toen we het grote nieuws vertelden. We hadden daarmee gewacht tot we redelijk zeker waren dat we een visum zouden krijgen . In mei 2005 zijn we het gaan vertellen, eerst natuurlijk aan ouders en broers en zussen en later ook aan vrienden, kennissen, op het werk en op de sportclub. En van al die tientallen mensen was er helemaal niemand die negatief reageerden. De meeste mensen snapten het heel goed, vonden het dapper van ons of waren zelfs een klein beetje jaloers.
Wij denken dat het goed is geweest om het rond die tijd te vertellen. Alles was al zo ver geregeld dat we mensen niet voor niets de stuipen op het lijf zouden jagen, maar vroeg genoeg om iedereen de tijd te geven om aan het idee te wennen. Dat vonden wij heel belangrijk. Omdat wij er zelf al zo lang mee bezig zijn, is het voor ons al een hele normale zaak. Wij gaan met Nieuw-Zeeland naar bed en we staan er mee op. Maar dat is het voor anderen natuurlijk niet, dat heeft gewoon tijd nodig.
We zijn nu, een kleine maand voor vertrek, in de fase beland van afscheid nemen en dingen voor de laatste keer doen. Dat is natuurlijk een pijnlijke fase, maar ook heel mooi. Het is vreemd, maar als je vertrekt durven mensen ineens te uiten wat je voor hen betekent, dat ze je aardig vinden of gewoon dat ze het gezellig vinden om met je samen te werken of te sporten. Dat doet ons heel erg goed. Bovendien steken heel veel mensen je een hart onder de riem en dat houdt je sterk op moeilijke momenten.
Als je boeken leest of films ziet over Nieuw-Zeeland krijg je bijna vanzelf zin om je spullen te pakken en daar naar toe te verhuizen. Het ziet er allemaal zo prachtig uit en de mensen zijn er zo aardig! Je zou bijna vergeten dat je daar ook moet werken voor je geld en dat ook daar problemen zijn en je tegen dingen aanloopt waarvan je denkt: He, dat was in Nederland beter (of mooier of leuker). Dat zijn zaken die wij straks moeten ervaren. Pas na een aantal jaren zullen wij weten of onze keus een goede is geweest, daar kunnen we nu nog niet op vooruit lopen.
Een van de moeilijkste punten van gaan emigreren is echter het feit dat je je familie, vrienden en kennissen, je collega’s en je sportmaatjes achter moet laten. Van ons is dat een bewuste keus geweest, absoluut niet leuk, maar dat is wel de consequentie van je beslissing. Voor de achterblijvers ligt dat natuurlijk heel anders. Die hebben helemaal nergens voor gekozen. Zij krijgen van de ene op de andere dag te horen dat wij in Nieuw-Zeeland willen gaan wonen en daar moeten zij het maar mee zien te rooien. Er zit natuurlijk een beetje een egoïstische kant aan ons hele verhaal; wij weten dat we er andere mensen pijn mee doen, maar we doen het toch. Dat is niet altijd gemakkelijk.
Godzijdank hebben wij mensen in onze naaste omgeving die ons een eigen leven gunnen en ons niet willen claimen of in de weg gaan staan.
Wat niet wegneemt dat het voor onze naasten een hele schok was toen we het grote nieuws vertelden. We hadden daarmee gewacht tot we redelijk zeker waren dat we een visum zouden krijgen . In mei 2005 zijn we het gaan vertellen, eerst natuurlijk aan ouders en broers en zussen en later ook aan vrienden, kennissen, op het werk en op de sportclub. En van al die tientallen mensen was er helemaal niemand die negatief reageerden. De meeste mensen snapten het heel goed, vonden het dapper van ons of waren zelfs een klein beetje jaloers.
Wij denken dat het goed is geweest om het rond die tijd te vertellen. Alles was al zo ver geregeld dat we mensen niet voor niets de stuipen op het lijf zouden jagen, maar vroeg genoeg om iedereen de tijd te geven om aan het idee te wennen. Dat vonden wij heel belangrijk. Omdat wij er zelf al zo lang mee bezig zijn, is het voor ons al een hele normale zaak. Wij gaan met Nieuw-Zeeland naar bed en we staan er mee op. Maar dat is het voor anderen natuurlijk niet, dat heeft gewoon tijd nodig.
We zijn nu, een kleine maand voor vertrek, in de fase beland van afscheid nemen en dingen voor de laatste keer doen. Dat is natuurlijk een pijnlijke fase, maar ook heel mooi. Het is vreemd, maar als je vertrekt durven mensen ineens te uiten wat je voor hen betekent, dat ze je aardig vinden of gewoon dat ze het gezellig vinden om met je samen te werken of te sporten. Dat doet ons heel erg goed. Bovendien steken heel veel mensen je een hart onder de riem en dat houdt je sterk op moeilijke momenten.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home