Hoe het allemaal zover kwam
Hoe het allemaal zover kwam: Onze motivaties en het hele traject.
Je bedenkt niet van de ene op de andere dag dat je wilt emigreren. In ons geval was het een traject dat een lange aanloop heeft gekend en op dit moment kan ik niet eens precies zeggen wanneer we voor het eerst met de gedachte gespeeld hebben om uit Nederland weg te gaan. Ik weet wel dat onze vele reizen er hun steentje toe bijgedragen hebben. Wij hebben veel wandelreizen gemaakt en hebben de mooiste natuurgebieden van Europa, het Zuidwesten van de USA en natuurlijk Nieuw-Zeeland gezien en beleefd. En daar bekroop ons vaak het gevoel dat we in Nederland toch wel wat misten. Natuurlijk heeft Nederland ook zijn mooie plekjes, een zeer interessante geschiedenis en mooie, historische steden, maar het heeft geen uitgestrekte natuurgebieden waar je dagen kunt lopen zonder andere mensen tegen te komen. Het heeft geen dramatische berglandschappen die je het gevoel geven ontzettend klein en nietig te zijn en het kent absoluut niet de rust en stilte die je vindt in afgelegen streken. Dit betekent niet dat wij als twee contactgestoorde zonderlingen in een hutje op de hei willen wonen, maar we zagen wel dat er elders plekken zijn waar je rustig kunt wonen in een mooie, schone omgeving. Thuis hadden wij meer dan genoeg van de stinkende lucht die we inademden, het geraas van verkeer zodat je niet met het raam open kon slapen en van het jachtige, snelle bestaan die onze maatschappij met zijn carrièredrang met zich meebrengt. Veel van de gezondheidsklachten die wij allebei hadden waren hier rechtstreeks op terug te voeren. Steeds vaker als we op reis waren overviel ons de vraag: hoe zou het zijn om hier te wonen.? En steeds vaker spraken we die gevoelens uit, tot we er serieus over na gingen denken. Eerst dachten we erover om tijdelijk naar het buitenland te gaan. Een jaar rondreizen door Amerika leek ons wel wat, maar bleek lastig uitvoerbaar met een koophuis, een lieve oude poes en allebei een vaste baan . En waarschijnlijk zouden we na dat jaar helemaal geen zin hebben om weer terug te komen… We beseften dat we beter helemaal konden verkassen, een land naar onze keuze uit te zoeken en dan daar opnieuw te beginnen. We begonnen eens wat rond te neuzen. In wat voor een land zouden we willen wonen? Het moest op de eerste plaats een rustig, dunbevolkt land zijn. Op de tweede plaats moest het een politiek stabiel land zijn, met een cultuur en achtergrond die ons aansprak. Daarnaast moest het ruimschoots beschikken over mooie natuurgebieden en een schonere leefomgeving bieden dan ons eigen land. Ook wilden we een land waar een taal gesproken wordt die voor ons gemakkelijk aan te leren was en waar we een goede kans maakten om een goed bestaan op te bouwen. Je kunt nu eenmaal niet van de lucht leven…Ook het klimaat was belangrijk; Geert wil het niet te warm hebben en ik niet te koud. Australië, Scandinavië en Canada vielen om die reden dus al af. Uiteindelijk bleven er nog twee landen over die onze zeer strenge selectieprocedure hadden overleefd: Ierland en Nieuw-Zeeland. De volgende stap was een logische: deze landen gaan bezoeken. Eerst brachten we drie weken door in Ierland Aan dit prachtige woeste land aan de rand van Europa verloor ik mijn hart, maar Geert was wat realistischer: de huizen waren er peperduur, de winter lang, nat en heel somber en Ierland is lid van de Europese Unie, dus loopt het het risico op te gaan in de Europese eenheidsworst en zijn eigen identiteit te verliezen. We hielden Ierland achter de hand als Plan B en richtten onze blik op Nieuw-Zeeland. Geert won informatie in over de emigratie-procedure en we probeerden onze kansen in te schatten. Het is namelijk bepaald niet gemakkelijk om Nieuw-Zeeland binnen te komen als migrant. We dachten wel een kans te maken en we besloten om met de procedure te beginnen voor we er zouden gaan kijken. We hoopten zo tijd te winnen omdat de hele procedure waarschijnlijk wel anderhalf jaar zou duren. Als we dan in Nieuw-Zeeland geweest waren en het was niet wat wij hoopten dat het zou zijn dan konden we de procedure weer stoppen. Zo gezegd, zo gedaan. We namen een bureau in de arm dat ons zou helpen met de hele procedure. Patricia, de eigenaresse van dit bureau gaat alleen in zee met mensen waarvan zij denkt dat ze een reële kans maken op een visum. Dat zij ons accepteerde als klant was al een goed teken.
De procedure voor het krijgen van een visum (verblijfs- en werkvergunning) voor Nieuw-Zeeland bestaat grofweg uit twee ronden. In de eerste ronde moet je laten zien over genoeg punten te beschikken om uitgeloot te worden voor een visumaanvraag. Punten krijg je voor je opleiding, leeftijd, werkervaring, een baanaanbod in Nieuw-Zeeland etc. Wij hadden uitgerekend dat we waarschijnlijk zonder baanaanbod wel genoeg punten zouden halen als we uitgingen van Geerts opleiding en werkervaring. Geerts beroep staat namelijk op een lijst met gewilde beroepen in Nieuw-Zeeland , dus dat betekende extra punten. Het eerste wat we moesten doen was Geerts originele diploma’s naar Nieuw-Zeeland sturen zodat ze daar gescreend konden worden. Er moest namelijk een soort waarde-oordeel gevormd worden van zijn opleiding. Deze fase duurde erg lang, maar uiteindelijk kregen we van Patricia te horen dat de diploma’s op het niveau waren ingeschaald wat wij zelf verwacht hadden. Uiteindelijk hadden we alles bij elkaar wat we nodig hadden en konden we een zogenaamde “expression of interest” indienen. Iedereen die dit doet komt in een grote pot terecht en de Emigratieservice houdt elke twee weken een trekking waarbij de mensen met het hoogste aantal punten eruit gehaald worden. Van deze aanvragen wordt dan eerst bekeken of het aantal opgegeven punten wel klopt en zo ja, dan krijgen ze een uitnodiging om een definitieve visumaanvraag in te dienen. Gelukkig voor ons werden we al binnen een week uit die pot gevist en kregen we inderdaad een paar weken later de uitnodiging.
Ondertussen waren we ook bezig om Engelse lessen te volgen, want voor de definitieve visumaanvraag moet je ook aan kunnen tonen dat je de Engelse taal beheerst. Dat kun je aantonen door middel van een zogenaamde IELTS-test. Daarvoor moesten we naar Amsterdam, waar ze ons een halve dag zoet hielden met Engelse testen (een luistertoets, 2 schrijfopdrachten, een tekstverklaring en een mondelinge test). Hoewel we het best pittig vonden haalden we de benodigde punten ruimschoots.
Verder moet je een medische keuring ondergaan, wat inhoudt dat je je door een daartoe bevoegd arts laat onderzoeken, je moet een bloedtest ondergaan omdat ze willen weten of je syfilis hebt en je moet longfoto’s laten maken omdat ze ook niet zitten te wachten op emigranten die tbc meebrengen. Deze keuring levert uiteindelijk een hele stapel formulieren en handtekeningen op en die stuur je dan met je visumaanvraag, de uitslag van je IELTS-test en nog wat uittreksels etc. op naar de Nieuw-Zeelandse Emigratiedienst. En dan is het afwachten.
Wij hebben de definitieve aanvraag in juli 2005 de deur uit gedaan. Met de eerste ronde waren we echter al in augustus 2004 begonnen. We waren dus al bijna een jaar bezig. Begin oktober 2005 kregen we bericht dat we uitgenodigd waren voor een gesprek met iemand van de Emigratiedienst. Deze gesprekken worden meestal gehouden met aanvragers die, net als wij, nog geen baan of baanaanbod hebben in Nieuw-Zeeland. Het gesprek zou gehouden worden in Amsterdam en wij wisten niet zo goed wat ons te wachten stond. Uiteindelijk bleek dat de Emigratiedienst wil zien of jij een reëel beeld hebt van het land en weet waar je mee bezig bent. Ze vragen naar je voorbereiding en wat je denkt te gaan doen om werk te vinden. Blijkbaar hebben wij verteld wat ze willen horen want nog geen week later kregen we te horen dat we een permanent visum zouden krijgen. Dat houdt in dat wij voor onbepaalde tijd in Nieuw-Zeeland mogen wonen en werken. We mogen dan ook het werk uitoefenen wat we willen en we hoeven niet na een bepaalde tijd aan te tonen dat we werk hebben in onze “eigen branche”.
Hier waren we natuurlijk heel erg blij mee (ons huis hadden we ondertussen ook al verkocht,dus het werd tijd!) maar het was ook heel raar. We waren er anderhalf jaar mee bezig geweest en nu ineens was het klaar! Anderhalf jaar lang spraken we er bijna dagelijks over en probeerden we onze kansen in te schatten. We probeerden ons voor te stellen hoe fijn het zou zijn om een visum te hebben en nu hadden we het! We moesten alleen nog even onze paspoorten naar Londen sturen om het visum er in te laten stempelen.
Het werd tijd om onze verhuizing te gaan regelen…
Je bedenkt niet van de ene op de andere dag dat je wilt emigreren. In ons geval was het een traject dat een lange aanloop heeft gekend en op dit moment kan ik niet eens precies zeggen wanneer we voor het eerst met de gedachte gespeeld hebben om uit Nederland weg te gaan. Ik weet wel dat onze vele reizen er hun steentje toe bijgedragen hebben. Wij hebben veel wandelreizen gemaakt en hebben de mooiste natuurgebieden van Europa, het Zuidwesten van de USA en natuurlijk Nieuw-Zeeland gezien en beleefd. En daar bekroop ons vaak het gevoel dat we in Nederland toch wel wat misten. Natuurlijk heeft Nederland ook zijn mooie plekjes, een zeer interessante geschiedenis en mooie, historische steden, maar het heeft geen uitgestrekte natuurgebieden waar je dagen kunt lopen zonder andere mensen tegen te komen. Het heeft geen dramatische berglandschappen die je het gevoel geven ontzettend klein en nietig te zijn en het kent absoluut niet de rust en stilte die je vindt in afgelegen streken. Dit betekent niet dat wij als twee contactgestoorde zonderlingen in een hutje op de hei willen wonen, maar we zagen wel dat er elders plekken zijn waar je rustig kunt wonen in een mooie, schone omgeving. Thuis hadden wij meer dan genoeg van de stinkende lucht die we inademden, het geraas van verkeer zodat je niet met het raam open kon slapen en van het jachtige, snelle bestaan die onze maatschappij met zijn carrièredrang met zich meebrengt. Veel van de gezondheidsklachten die wij allebei hadden waren hier rechtstreeks op terug te voeren. Steeds vaker als we op reis waren overviel ons de vraag: hoe zou het zijn om hier te wonen.? En steeds vaker spraken we die gevoelens uit, tot we er serieus over na gingen denken. Eerst dachten we erover om tijdelijk naar het buitenland te gaan. Een jaar rondreizen door Amerika leek ons wel wat, maar bleek lastig uitvoerbaar met een koophuis, een lieve oude poes en allebei een vaste baan . En waarschijnlijk zouden we na dat jaar helemaal geen zin hebben om weer terug te komen… We beseften dat we beter helemaal konden verkassen, een land naar onze keuze uit te zoeken en dan daar opnieuw te beginnen. We begonnen eens wat rond te neuzen. In wat voor een land zouden we willen wonen? Het moest op de eerste plaats een rustig, dunbevolkt land zijn. Op de tweede plaats moest het een politiek stabiel land zijn, met een cultuur en achtergrond die ons aansprak. Daarnaast moest het ruimschoots beschikken over mooie natuurgebieden en een schonere leefomgeving bieden dan ons eigen land. Ook wilden we een land waar een taal gesproken wordt die voor ons gemakkelijk aan te leren was en waar we een goede kans maakten om een goed bestaan op te bouwen. Je kunt nu eenmaal niet van de lucht leven…Ook het klimaat was belangrijk; Geert wil het niet te warm hebben en ik niet te koud. Australië, Scandinavië en Canada vielen om die reden dus al af. Uiteindelijk bleven er nog twee landen over die onze zeer strenge selectieprocedure hadden overleefd: Ierland en Nieuw-Zeeland. De volgende stap was een logische: deze landen gaan bezoeken. Eerst brachten we drie weken door in Ierland Aan dit prachtige woeste land aan de rand van Europa verloor ik mijn hart, maar Geert was wat realistischer: de huizen waren er peperduur, de winter lang, nat en heel somber en Ierland is lid van de Europese Unie, dus loopt het het risico op te gaan in de Europese eenheidsworst en zijn eigen identiteit te verliezen. We hielden Ierland achter de hand als Plan B en richtten onze blik op Nieuw-Zeeland. Geert won informatie in over de emigratie-procedure en we probeerden onze kansen in te schatten. Het is namelijk bepaald niet gemakkelijk om Nieuw-Zeeland binnen te komen als migrant. We dachten wel een kans te maken en we besloten om met de procedure te beginnen voor we er zouden gaan kijken. We hoopten zo tijd te winnen omdat de hele procedure waarschijnlijk wel anderhalf jaar zou duren. Als we dan in Nieuw-Zeeland geweest waren en het was niet wat wij hoopten dat het zou zijn dan konden we de procedure weer stoppen. Zo gezegd, zo gedaan. We namen een bureau in de arm dat ons zou helpen met de hele procedure. Patricia, de eigenaresse van dit bureau gaat alleen in zee met mensen waarvan zij denkt dat ze een reële kans maken op een visum. Dat zij ons accepteerde als klant was al een goed teken.
De procedure voor het krijgen van een visum (verblijfs- en werkvergunning) voor Nieuw-Zeeland bestaat grofweg uit twee ronden. In de eerste ronde moet je laten zien over genoeg punten te beschikken om uitgeloot te worden voor een visumaanvraag. Punten krijg je voor je opleiding, leeftijd, werkervaring, een baanaanbod in Nieuw-Zeeland etc. Wij hadden uitgerekend dat we waarschijnlijk zonder baanaanbod wel genoeg punten zouden halen als we uitgingen van Geerts opleiding en werkervaring. Geerts beroep staat namelijk op een lijst met gewilde beroepen in Nieuw-Zeeland , dus dat betekende extra punten. Het eerste wat we moesten doen was Geerts originele diploma’s naar Nieuw-Zeeland sturen zodat ze daar gescreend konden worden. Er moest namelijk een soort waarde-oordeel gevormd worden van zijn opleiding. Deze fase duurde erg lang, maar uiteindelijk kregen we van Patricia te horen dat de diploma’s op het niveau waren ingeschaald wat wij zelf verwacht hadden. Uiteindelijk hadden we alles bij elkaar wat we nodig hadden en konden we een zogenaamde “expression of interest” indienen. Iedereen die dit doet komt in een grote pot terecht en de Emigratieservice houdt elke twee weken een trekking waarbij de mensen met het hoogste aantal punten eruit gehaald worden. Van deze aanvragen wordt dan eerst bekeken of het aantal opgegeven punten wel klopt en zo ja, dan krijgen ze een uitnodiging om een definitieve visumaanvraag in te dienen. Gelukkig voor ons werden we al binnen een week uit die pot gevist en kregen we inderdaad een paar weken later de uitnodiging.
Ondertussen waren we ook bezig om Engelse lessen te volgen, want voor de definitieve visumaanvraag moet je ook aan kunnen tonen dat je de Engelse taal beheerst. Dat kun je aantonen door middel van een zogenaamde IELTS-test. Daarvoor moesten we naar Amsterdam, waar ze ons een halve dag zoet hielden met Engelse testen (een luistertoets, 2 schrijfopdrachten, een tekstverklaring en een mondelinge test). Hoewel we het best pittig vonden haalden we de benodigde punten ruimschoots.
Verder moet je een medische keuring ondergaan, wat inhoudt dat je je door een daartoe bevoegd arts laat onderzoeken, je moet een bloedtest ondergaan omdat ze willen weten of je syfilis hebt en je moet longfoto’s laten maken omdat ze ook niet zitten te wachten op emigranten die tbc meebrengen. Deze keuring levert uiteindelijk een hele stapel formulieren en handtekeningen op en die stuur je dan met je visumaanvraag, de uitslag van je IELTS-test en nog wat uittreksels etc. op naar de Nieuw-Zeelandse Emigratiedienst. En dan is het afwachten.
Wij hebben de definitieve aanvraag in juli 2005 de deur uit gedaan. Met de eerste ronde waren we echter al in augustus 2004 begonnen. We waren dus al bijna een jaar bezig. Begin oktober 2005 kregen we bericht dat we uitgenodigd waren voor een gesprek met iemand van de Emigratiedienst. Deze gesprekken worden meestal gehouden met aanvragers die, net als wij, nog geen baan of baanaanbod hebben in Nieuw-Zeeland. Het gesprek zou gehouden worden in Amsterdam en wij wisten niet zo goed wat ons te wachten stond. Uiteindelijk bleek dat de Emigratiedienst wil zien of jij een reëel beeld hebt van het land en weet waar je mee bezig bent. Ze vragen naar je voorbereiding en wat je denkt te gaan doen om werk te vinden. Blijkbaar hebben wij verteld wat ze willen horen want nog geen week later kregen we te horen dat we een permanent visum zouden krijgen. Dat houdt in dat wij voor onbepaalde tijd in Nieuw-Zeeland mogen wonen en werken. We mogen dan ook het werk uitoefenen wat we willen en we hoeven niet na een bepaalde tijd aan te tonen dat we werk hebben in onze “eigen branche”.
Hier waren we natuurlijk heel erg blij mee (ons huis hadden we ondertussen ook al verkocht,dus het werd tijd!) maar het was ook heel raar. We waren er anderhalf jaar mee bezig geweest en nu ineens was het klaar! Anderhalf jaar lang spraken we er bijna dagelijks over en probeerden we onze kansen in te schatten. We probeerden ons voor te stellen hoe fijn het zou zijn om een visum te hebben en nu hadden we het! We moesten alleen nog even onze paspoorten naar Londen sturen om het visum er in te laten stempelen.
Het werd tijd om onze verhuizing te gaan regelen…
0 Comments:
Post a Comment
<< Home