21 April 2006

Pasen 2006

Uitzicht over Kaikoura:
Met Pasen hebben we even een paar dagen de tijd gehad om wat te bekijken van ons prachtige nieuwe land. Ik had 4 dagen vrij (goede vrijdag is hier ook een vrije dag) en zodoende heeft Geert mij donderdagavond om kwart over 5 bij mijn werk opgepikt en zijn we direct doorgereden naar Kaikoura. Dat ligt zo’n 2,5 uur rijden ten noorden van Christchurch, maar door de zeer drukke avondspits (veel vakantieverkeer) hebben wij daar ruim drie uur over gedaan. Kaikoura is een erg toeristisch plaatsje aan zee. De weg er naar toe is al de moeite waard, hoewel wij er in het donker niet zoveel van gezien hebben. Het plaatsje zelf ligt ook heel fraai aan een mooie baai, met een ruige kustlijn. De toeristen komen hier voor twee dingen: zeedieren spotten en crayfish eten. Wij kwamen alleen voor het eerste… In Kaikoura kun je zwemmen met dolfijnen, zeerobben van heel dichtbij bekijken in hun natuurlijke habitat en natuurlijk op walvissafari gaan.

Zeehond aan het zonnebaden:
Wij hebben de eerste dag een prachtige kustwandeling gemaakt over het rotsachtige strand van het Kaikoura Peninsula. Dit kun je alleen doen als het eb is en behalve schitterende zeezichten heb je ook geweldig uitzicht op de zeerobben. Ze liggen hier werkelijk overal. Soms zie je ze pas als je er vlak voor staat, want ze hebben een goede schutkleur en soms gaan ze lekker onder een overhangende rots liggen. Een keer merkte ik pas dat ik op twee meter afstand van zo’n beest stond omdat hij een beetje boos naar me begon te snuiven. Hij vond dat ik iets te dicht genaderd was, maar ik had hem echt niet gezien!

Dromerige Jan van Gent:
We hadden het geluk dat het ongelooflijk mooi weer was dit weekend. Heel veel zon en ruim twintig graden. Het is hier een eind in de herfst, maar het lijkt wel alsof de zomer nu pas op gang begint te komen! Het maakte onze wandeling heel prettig!






Bultrug walvis komt boven na het fourageren:
De dag erna moesten we heel vroeg op (zes uur) voor de walvissafari. Om kwart over zeven gingen we de zee op, in de hoop een walvis te spotten. Meestal zie je op walvissafari’s Bultruggen, maar hier bij Kaikoura zijn het de Potvissen die de show stelen. Ruim 18 meter lang en tamelijk humeurig zijn deze forse jongens, maar de crew van de whale-watch boten weet precies hoe ze er mee om moeten gaan.
Even uit de kust van Kaikoura daalt de zeebodem zeer abrupt naar ruim 1000 meter onder zeeniveau. Dit is de plek waar de potvissen komen om te eten en voor de boten is het dan even wachten tot er zo’n grote jongen boven water komt om naar adem te happen. Aangezien ze bijna twee uur onder water kunnen blijven moet je soms even geduld hebben… Wij hebben twee knapen van heel dichtbij mogen aanschouwen, maar helaas ligt het grootste deel van zo’n dier onder water. Het zijn dus tamelijk vormeloze massa’s, die af en toe een wolk water de lucht in spuiten.

Tijd voor de volgende duik:
Ook zagen we heel veel albatrossen, maar Geert was toen al niet meer zo geinteresseerd. Die was druk bezig om papieren zakjes te vullen met een substantie die enkele uren daarvoor nog een ontbijt geweest was…






Een van de Nelson Lakes:
Na onze avonturen in Kaikoura verlieten we de kust en reden we via Blenheim naar Nelson Lakes National Park. Daar kwamen we vroeg in de middag aan en dus hadden we nog tijd voor een rondwandeling aan de oevers van Lake Rotoiti. Het weer was nog steeds schitterend en het uitzicht over het spiegelgladde meer met bossen aan weerszijde en besneeuwde bergen op de achtergrond was onweerstaanbaar. Tja, dit is ons nieuwe land! Nou snappen we weer waarvoor we alles gedaan hebben…
De dag erna hebben we een prachtige wandeling gemaakt door het park en vanaf een eenzame top hadden we een fantastisch uitzicht. Helaas dreven kort daarna de wolken vanuit het westen binnen en was het gedaan met het mooie weer. Tja, dat krijg je in de bergen.

Uitzicht vanaf Mt Robert:
Op maandagochtend vertrokken we behoorlijk vroeg vanuit Nelson Lakes N.P., want de weg terug naar Christchurch was lang. We reden via Lewis Pass en toen we die gepasseerd waren hadden we ook de zon weer terug. We maakten nog een uitstapje naar Hanmer Springs, wat beroemd is om zijn warme bronnen, maar met een buitentemperatuur van ruim 24 graden vonden wij het niet zo’n goed idee om ook nog in een heet bad te gaan liggen. De laatste etappe van Hanmer Springs naar Christchurch was ook erg fraai, alleen jammer dat er net een politieagent passeerde toen Geert even niet op zijn snelheid lette. Zodoende werd het weekendje iets duurder dan we begroot hadden…

Even een weekendje weg heeft ons erg goed gedaan. De laatste paar weken waren niet gemakkelijk geweest en we zaten allebei niet meer zo lekker in ons velletje. Geert omdat hij nog geen werk heeft en ik omdat het me op mijn werk nog niet zo goed bevalt. Maar we proberen voor ogen te houden waar we het allemaal voor doen en als je rondreist in dit land dan zie je dat weer. Het is zo ontzettend mooi!
Nou, onze container is vorige week ook aangekomen. Dat was een week eerder dan verwacht. Morgen gaat Geert met hulp van Hans en William de container lossen. Daar zullen ze wel even mee zoet zijn! Maar ik zie er echt naar uit om weer wat eigen spulletjes om me heen te hebben en weer iets royaler in de kleren te zitten. Het is alleen nog even afwachten in wat voor staat onze spullen zich bevinden. Morgen weten we of we de container goed in hebben gepakt…

02 April 2006

2 April 2006

We hebben een zware week achter de rug. Na de eerste blijdschap over Brenda’s baan, bleek daar nog een staartje achter aan te komen. Nou, zeg maar gerust een flinke staart. Voor je in NZ in de gezondheidszorg mag werken moet je eerst een registratie hebben. Dat wil zeggen dat je een aanvraag voor registratie in moet dienen, vergezeld van officiële kopieën van je diploma’s, certificaten, werkgeversverklaringen en een flinke cheque. Dan nemen ze je aanvraag in overweging en mag je afwachten of je de registratie krijgt. Dit geldt dus niet alleen voor emigranten, maar ook voor de Kiwi’s zelf. Het is een soort bescherming van hun gezondheidszorg. Zo’n registratie moet dus elk jaar opnieuw aangevraagd worden, en dan moet je voldaan hebben aan verplichte bijscholingen. Op zich prima, maar in het geval van emigranten, zoals ik, zonder NZ diploma’s kan dat wel eens een lastig geval worden. Ze hebben namelijk geen flauw idee hoe ze buitenlandse diploma’s moeten beoordelen.
Nou, ik moet me dus ook laten registreren en dat moest gebeuren voor 31 maart. Op woensdag de 29ste kreeg ik de aanvraagformulieren, moest ik alles wat ik had laten kopiëren en door een officiële instantie laten ondertekenen, ik moest een bloedtest laten doen en dat alles diezelfde dag weer opsturen. Toen was ik al bijna overspannen van al dat geren en gejaag. Twee dagen later werd ik gebeld door de Dental Council (de organisatie die beslissen over mijn registratie) dat ze mijn diploma’s niet konden lezen. Ik moest ze eerst laten vertalen. Tja, dat stond er niet bij in de aanvraag…
Het laten vertalen van mijn diploma’s kost ruim een week en dan moeten ze zich nog over die registratie buigen. En zolang ik die registratie niet heb, mag ik officieel niet werken. En het was de bedoeling dat ik op 3 april (morgen) zou beginnen…
Mijn nieuwe werkgever had dus ook niet verwacht dat het zoveel voeten in aarde zou hebben. Ze dacht dat we dat wel in een paar dagen geregeld zouden hebben. Het ziet er nu naar uit dat het eerder een paar weken of maanden gaat duren. Of ik nu mag komen werken is dus nog niet duidelijk, hoewel ik er morgen wel naar toe ga. Ik moet toch nog ingewerkt worden, dus dan ga ik desnoods wel met mijn handen op mijn rug staan kijken.
Toch zit het me niet zo lekker, want er bestaat een kans dat ik , om wat voor reden dan ook, die registratie niet krijg. Dat mag ik mijn beroep niet uitoefenen en kan ik mijn nieuwe baan wel vergeten. Maar daar gaan we nog maar even niet van uit.

Door al dit gedoe was mijn laatste vrije week niet echt relaxed. Ik moest soms echt moeite doen om de moed erin te houden. Het zal allemaal wel goed komen!
Geert is nog steeds werkzoekende, maar krijgt van alle kanten hulp aangeboden, zowel van bekende als onbekende mensen. Zo zijn die Kiwi’s: heel erg behulpzaam!

Rond Pasen gaan we verhuizen. We verlaten ons gezellige, kleine studiootje bij Gerda om te gaan wonen op de bovenverdieping van een prachtig huis in Mount Pleasant. De naam zegt genoeg: het ligt op een steile heuvel en het is er erg mooi. We gaan ons Alpen-zicht inruilen voor zeezicht. De trotse eigenaars van dit mooie huis zijn Charlotte en William, vrienden van Gerda en Hans, die hier ook zo’n twintig jaar geleden zijn komen wonen vanuit Nederland.
Deze bovenverdieping is erg royaal en we kunnen al onze spullen kwijt als de container komt. En wat we nog niet nodig hebben mogen we in de garage opslaan. Met deze bovenverdieping zijn we erg blij, want we zijn naar huurhuisjes wezen kijken, maar daar springen de tranen van in je ogen. En het is echt niet zo dat wij nou zo kritisch zijn, maar 280 dollar in de week betalen voor een huis met de afmeting van een krappe bejaardenwoning, met bevlekt en gescheurd tapijt, geen enkele vorm van verwarming en als klap op de vuurpijl zoveel schimmel in de badkamer dat een bioloog er op af kan studeren ging zelfs ons iets te ver. De makelaar die ons het huisje liet zien, schaamde zich er zelf over (ze kwam zelf namelijk uit Engeland). Maar ja, huren is hier nu eenmaal niet zo gebruikelijk en er bestaat geen sociale woningbouw zoals in NL. En dit was echt nog een huisje in de al wat hogere prijsklasse. De goedkopere woningen hebben we onszelf maar bespaard. Bovendien liggen de huizen vaak op vervelende locaties: meestal langs zeer drukke, doorgaande wegen. Dus toen Charlotte en William ons een heel fair aanbod deden voor hun bovenverdieping hoefden we niet zo heel lang na te denken. We zijn weer met onze neus in de roomboter gevallen!

We hebben ook allebei deze week ons NZ rijbewijs gehaald. Daarvoor moesten we weer het nodige papierwerk invullen (in NZ krijgt het overheidspersoneel en ik ook steeds de kriebels van mijn 5 voornamen, daar snappen ze hier niks van), een ogentest doen, een pasfoto laten maken en een theorie-test doen. Daar hadden we allebei heel ijverig op gestudeerd en dus gehaald. Ons rijbewijs wordt binnenkort opgestuurd. Om jullie in NL even jaloers te maken: de kosten van dit alles (dus de aanvraag, het theorie-examen, de ogentest en een rijbewijs) bedroeg $85,-. Een kleine 45 euro… O ja, als je hier je praktijkexamen wilt doen kost dat $55,- , maar je moet wel twee keer, want ze werken hier met een gefaseerd rijbewijs. Niet voor te stellen, he!